Van murals heb je nooit genoeg

De Goese torenflat staat volgens de CBS-cijfers niet in de rijkste buurt van onze gemeente, maar bewoners van Weidezicht moeten zich een rijk mens voelen. In mijn tijd als journalist ben ik er regelmatig geweest om een bewoner over het een of andere onderwerp te interviewen. Zeker bij bewoners op de hogere etages gingen de eerste minuten van het gesprek altijd over het geweldige uitzicht. Met een beetje helder weer kijk je vanuit de huiskamer zo - over nieuwbouwwijken Ouverture en het nog altijd mooier wordende Aria heen - de Zak van Zuid-Beveland in.

Dat is echter niet het enige pluspunt van de flat, die in 1970 is gebouwd, net na de Bongerd en net voor Boszicht. De bewoners van Weidezicht leven sinds kort tussen twee prachtige kunstwerken. Begin september is een nieuwe mural aan de zijde van de Kastanjestraat onthuld. Voor degenen die het kunstwerk over de Watersnoodramp hebben gemist: het is een portret - ik wilde hier levensgroot als bijvoeglijk naamwoord gebruiken, maar dat dekt de lading niet - van een vrouw in klederdracht en een meisje. Ze staan samen op een steiger met wild opspattend water om hen heen. De mural is gemaakt door Goesenaar Stefan Thelen alias Super A. Hij wakkerde in 2012 eigenhandig de liefde van Goes voor murals aan door op een afbraakpand een duif te schilderen. Iedereen was vol lof. Het werd hetzelfde jaar nog verkozen tot beste straatkunstwerk van Nederland. In 2015 maakte hij een 32 meter hoge kopie van de vogel op de Bongerd. Hij deed dit tijdens het festival Mural Goes dat was voortgekomen uit het enthousiasme over zijn eerste creatie. Zijn laatste werk maakt het exterieur van Weidezicht nog iets mooier. Dit was namelijk al prachtig. Aan de kant van het fietspad prijkt al jaren het werk van kunstenaar Hendrik Beikirch. Van alle murals die Goes rijk is, is dit altijd mijn favoriet geweest. Ik weet nog dat ik bijna een uur vol bewondering heb staan kijken hoe hij het tientallen meters hoge portret van een oude man, ogenschijnlijk uit de losse pols, op de flat schilderde. Ik hoop niet dat Thelens nieuwste de laatste mural is in Goes. Wat mij betreft kunnen het er niet genoeg zijn. En ze hoeven niet allemaal reusachtig te zijn. Het qua afmeting bescheiden beeld van Barre Verkerke in de Keizerstraat vind ik bijvoorbeeld ook schitterend. Van dat soort kunstwerken zou ik er graag meer zien in het centrum.

Een advies: laat de nieuwe murals maken op onverwachte plekken en onverwachte momenten. Verras de Goesenaren, een beetje zoals kunstenaar Wilco Traas in 2012 de gemoederen wekenlang bezighield met zijn beeld Vessie, ons lokale monster van Loch Ness. Zonder dat iemand het wist plaatste hij het midden in de nacht in de Oostvest. Of – wat verder van huis - zoals de wereldberoemde Banksy de inwoners van Londen deze zomer dagen achter elkaar trakteerde op nieuwe streetart en daarmee voor veel opwinding in de Engelse hoofdstad zorgde. Hij liet weten dat hij met zijn kunstwerken ‘wat vrolijkheid in sombere tijden’ wilde brengen. Somber ben ik zelden als ik door Goes loop, maar hoe meer murals ik zie, hoe vrolijker ik word.

Over Eugène

Eugène de Kok werkte onder andere voor de PZC en Weekblad de Bode en is nu adviseur onderzoekscommunicatie bij de HZ University of Applied Sciences. Verder schreef hij verschillende boeken, waaronder één over Racoon en over ’t Beest.