Ambities mogen best
Het is niet dat ik al zijn plannen verafschuw, maar ik kan simpelweg niet naar de Amerikaanse president kijken. Ik mijd elk programma met Donald Trump. Alles aan zijn voorkomen staat me tegen: zijn oranje gelaat, zijn vreemde stem, de manier waarop hij zijn vrouw nét niet kust, hoe hij met zijn gemanicuurde handjes een flesje water drinkt, de duckfaces die hij om de haverklap trekt… alles.
Ondanks die afkeer volg ik wel wat er in Amerika gebeurt, via kranten, radio en podcasts. Zo luister ik regelmatig naar de podcast van Amerikakenner Raymond ‘ik laat geen kans onbenut om te zeggen dat mensen mijn nieuwe boek of tickets voor mijn theatervoorstelling kunnen kopen’ Mens. Elke dag duidt hij de strapatsen van Trump. Een belangrijk advies van hem: neem niet alles wat Trump zegt letterlijk. Als hij zegt dat hij Groenland wil kopen, bedoelt hij dat hij een deal wil over de zeldzame grondstoffen die te vinden zijn op het eiland.Neem het serieus, maar met een korrel zout, aldus Mens. Dat doe ik ook eerlijk gezegd met de uitspraak van Hugo de Jonge, naar wie ik wel gewoon kan kijken. Het kan u niet zijn ontgaan: in zijn nieuwjaarstoespraak zei de commissaris van de koning dat Zeeland flink moet groeien, het liefste met een paar honderdduizend inwoners.
Goes moet volgens De Jonge in 2050 één van de vier Zeeuwse gemeenten zijn met meer dan honderdduizend inwoners, vergelijkbaar met Geert Wilders’ bakermat Venlo of het mooie Deventer. Het zou betekenen dat er anderhalf Goes bij moet komen, want sinds de geboorte van baby Bobbi vorig jaar juni hebben we 40.000 inwoners.
Als we dat willen, moet Goes nú beginnen met de bouw van de nieuwe wijken rondom Wilhelminadorp, een besluit nemen over Mannee II (en desnoods Mannee III), de plannen voor Goes Waterstad afstoffen, een Aria II maken achter het ziekenhuis, een Goese Polder II langs de Deltaweg, onderzoek doen of er ruimte is in en rond de dorpen en op elk leeg plekje in de stad een appartementencomplex neerzetten. Alleen als het stikstofprobleem er niet zou zijn en we genoegen nemen met minder weidse vergezichten en meer woningen krijgen we het voor elkaar.
Laat me toch even dromen over De Jonges droom. Als die geen bedrog blijkt, kunnen we in de toekomst naar het Adrz blijven gaan voor eenvoudige én complexe zorg. Is er nog meer bedrijvigheid op De Poel. Zoveel dat Elsevier ons op één zet in de lijst van economische toplocaties. Ook hebben we florerende (basis)scholen en een bloeiend verenigingsleven. De binnenstad bruist als nooit tevoren. Elk leeg pand is ingevuld, cafés en restaurants zitten zes van de zeven dagen vol en wellicht krijgen we zelfs een Zara. ‘Eindelijk!’, hoor ik mijn dochters al gillen.
Ik wil onze commissaris geenszins vergelijken met de oranje man in het witte huis, maar ze hebben één ding gemeen. Beiden zetten hoog in om uiteindelijk in het midden uit te komen. De Jonge overdreef wat in zijn toespraak, maar hij heeft gelijk dat we ambitieus moeten zijn. Groeien naar 50.000 of 60.000 inwoners is helemaal geen gek streven voor een gemeente als Goes. Dan kunnen we nog altijd genieten van weidse vergezichten, hebben we voldoende voorzieningen, een bloeiende economie, maar zijn we nog te klein voor een Zara. Geeft niets. Mijn dochters hebben al kleding genoeg.
Over Eugène
Eugène de Kok werkte onder andere voor de PZC en Weekblad de Bode en is nu adviseur onderzoekscommunicatie bij de HZ University of Applied Sciences. Verder schreef hij verschillende boeken, waaronder één over Racoon en één over ’t Beest.
