Ben jij een redder in nood?
Een hartstilstand buiten het ziekenhuis kan helaas bij iedereen gebeuren. Gelukkig is de kans dat je dit overleeft groter geworden. Dat komt onder andere door de inzet van burgerhulpverleners. Zij zijn vaak sneller bij het slachtoffer om te helpen dan de ambulance of de politie. En dat is van levensbelang, want bij een hartstilstand telt elke seconde.
Ron van den Berge woont in Goes en is al meer dan tien jaar burgerhulpverlener. ‘Een burgerhulpverlener is iemand die helpt bij een noodsituatie in de buurt. Stel, er komt bij 112 een melding van een hartstilstand binnen. Natuurlijk gaan de ambulance en politie daar zo snel mogelijk naartoe. Maar ook de burgerhulpverleners in de buurt krijgen een melding op hun telefoon. Zij kunnen meteen naar het slachtoffer gaan om te helpen, nog voordat de hulpdiensten er zijn.’
Melding
Via een sms’je of via de app van HartslagNu op de telefoon krijgt de burgerhulpverlener de melding binnen. Ron: ‘Je kan kiezen om op de vraag te reageren of niet. Soms komt het niet uit. Bijvoorbeeld als je niet weg kan thuis of als je op een feestje bent met een drankje op. Als je wel kan, ga je meteen naar het adres toe om te starten met reanimeren. Of je krijgt de opdracht om onderweg een AED op te halen. Die hangen door heel Goes.’
AED-apparaat
‘Een AED is een apparaat dat het hart een schok geeft als dat nodig is. Die schok helpt om het hart weer normaal te laten kloppen. Je drukt met twee handen op de borst om het bloed weer te laten stromen. Beademen zorgt voor zuurstof in het bloed. De AED geeft stap voor stap aan wat je moet doen en helpt je tijdens de reanimatie.’
Zes minuten
‘De kans dat je een hartstilstand overleeft, is het grootst als je binnen zes minuten start met reanimeren. Want als het hart stopt, krijgen de hersenen ook geen zuurstof. Dat kan na vier tot zes minuten al zorgen voor onherstelbare schade. Dus hoe sneller je iemand helpt, hoe beter de kans op herstel is. Dat doe je niet alleen. HartslagNu roept altijd meerdere burgerhulpverleners op. En als de hulpdiensten er zijn, nemen zij het van je over. Dan kun jij een stapje terug doen of weggaan als dit gevraagd wordt,’ legt Ron uit.
Reanimatiecursus
Iedereen kan burgerhulpverlener worden. Het is wel belangrijk dat je een reanimatie- of AED-cursus volgt. Of je hebt die in de laatste twee jaar gevolgd. ‘Tijdens de cursus leer je wat je moet doen als iemand bewusteloos is of een hartstilstand heeft. En je leert hoe je iemand reanimeert en hoe je een AED aansluit. Dat kan best spannend zijn, en het is misschien niet altijd fijn wat je ziet. Daarom oefen je verschillende situaties. Zo ben je goed voorbereid als het een keer voorkomt.’
Nazorg
Ron kan zich voorstellen dat het iets met je doet als je als burgerhulpverlener bij een reanimatie hebt geholpen. ‘Je komt toch dicht bij de dood van iemand. Daarom ontvang je achteraf via de mail altijd een vragenlijst. Daarin staan vragen zoals: Hoelang ben je geweest? Wat heb je kunnen doen? Denk je er nog veel aan? Als je daar behoefte aan hebt, kan je er altijd met iemand over praten.’
Maak het verschil
Mensen helpen hoort bij de familie van Ron. Ook zijn vrouw Marleen, dochter Inge en zoon Bas zijn burgerhulpverleners. Ze maakten allemaal wel een keer een oproep mee. Helaas lukt een reanimatie niet altijd. Ron: ‘Dat is natuurlijk erg treurig. Maar niets doen is helemaal geen optie, want dan weet je zeker dat iemand het niet overleeft. Daarom raad ik iedereen aan: meld je aan als burgerhulpverlener en leer reanimeren. Als het een keer nodig is, kan jij het verschil maken en een leven redden!’
Zo word jij burgerhulpverlener
Wil jij meehelpen om levens te redden in jouw buurt? Iedereen die 18 jaar of ouder is, kan burgerhulpverlener worden. Je moet de laatste twee jaar een reanimatiecursus hebben gevolgd. Heb je die nog niet gevolgd? Dan kan dat alsnog. Vaak vergoedt je zorgverzekering de kosten voor deze cursus. Is dit niet zo? Dan kan je de kosten declareren bij de gemeente Goes. Meld je aan bij HartslagNu, het landelijke reanimatie-oproep-systeem. Kijk op www.hartslagnu.nl.