De stelling - juli 2025

Komend jaar, in 2026, kort het Rijk op de bijdragen aan de gemeenten. Het ziet ernaar uit dat dit ‘ravijnjaar’ voor Goes minder dramatisch uitpakt als eerder gedacht. Maar alsnog zal Goes minder te besteden hebben dan in eerdere jaren. Hoe verdelen we de pijn? We vroegen de raadsleden hoe zij dat zien.

CDA

Frans van der Knaap: ‘Het CDA staat voor een samenleving waar mensen omzien naar elkaar. Mensen willen zich gekend en erkend weten. Gemeenschapszin is het cement dat ons bindt, juist als het moeilijk wordt. Een kernwaarde voor het CDA is solidariteit. In tijden van bezuinigingen komt het daarop aan: de bereidheid om samen verantwoordelijkheid te dragen.
Dat betekent voor ons dat iedereen een bijdrage levert aan de bezuiniging, maar dat die bijdrage wordt gevraagd naar vermogen. Mensen die geen of maar weinig eigen inkomen hebben, betalen niet of weinig mee. Inwoners die over meer middelen beschikken, leveren een grotere bijdrage.
Bezuinigen is nooit makkelijk. Maar als we het samen doen, met oog voor elkaar, blijven we een sterke gemeenschap. Zo zien we om naar elkaar. Daar blijft het CDA voor staan in goede én in moeilijke tijden.’

SGP - ChristenUnie

Johnny Lukasse: ‘Vaak wordt er dan meteen gedacht aan geld, dus harde euro’s. Maar wat zijn nu echt bezuinigingen? Heel concreet is dat het verminderen van uitgaven. En dat begint dan vaak weer met een verandering (lees vermindering) van maatschappelijke voorzieningen, investeringen of subsidies. Die verandering wordt dan weer uitgedrukt in euro’s.
En veranderingen hebben natuurlijk gevolgen voor de mensen die daar gebruik van maken. Veelal zijn dat de mensen die toch al niet veel te besteden hebben. Daar “betaalt” dus wel iedereen aan mee; je krijgt minder en dus zal je er in verhouding meer voor moeten betalen! Maar dat heeft niet voor iedereen een gelijke impact. De SGP-ChristenUnie kiest er in dat geval voor om de zwakste schouders het meest te ontzien. Bijvoorbeeld door vast te blijven houden aan de regeling waarbij 120% of 130% van de bijstandsnorm geldt om in aanmerking te komen voor minimaregelingen.'

Nieuw Goes

Piet Bal: ‘Vanaf 2026 krijgen gemeenten minder geld van de Rijksoverheid. Bezuinigen is daarom (helaas) nodig. Nieuw Goes vindt: iedereen helpt mee, maar wel naar draagkracht. Niet iedereen kan evenveel missen. Dat moeten we eerlijk bekijken. Het geld moet verantwoord worden besteed en alle Goesenaren moeten hiervan profijt hebben. Wij willen zuinig omgaan met het geld van onze inwoners. Een voorbeeld: wij hebben voorgesteld om het verduurzamen van gemeentegebouwen te spreiden over meerdere jaren. Zo geven we het geld niet in één keer uit. 
Wij willen ook géén hogere belastingen voor onze inwoners. Goes is nu al bijna de duurste gemeente in Zeeland. Het niet verhogen van de belastingen betekent dat we soms moeilijke keuzes moeten maken over dingen die geld kosten. Maar als we goed nadenken, kunnen we het samen oplossen.’

Partij voor Goes

Gonneke de Boe: ‘Bezuinigen is niet leuk. Iedereen merkt er wat van, de een meer dan de ander. De Partij voor Goes vindt dat bezuinigen zorgvuldig moet gebeuren. Er zijn groepen mensen die het al moeilijk hebben. Die mensen moeten niet bezuiniging op bezuiniging krijgen. Dat geldt zeker voor mensen die van de gemeente afhankelijk zijn.
De Partij voor Goes vindt ook dat Goes een prettige, veilige plek moet blijven om te wonen en te werken. Een gemeente waar iedereen zich thuis blijft voelen. Daarom moeten we altijd goed blijven nadenken over wat de gevolgen van bezuinigingen zijn. We kijken altijd goed naar belangrijke vragen. Verloederen de stad en de dorpen? Is er nog genoeg werk te doen? Is er nog genoeg leefruimte?
Ondanks bezuinigingen blijft de Partij voor Goes werken aan een gemeente waar je prettig kunt wonen en werken. Een gemeente met open en eerlijk bestuur en kansen voor iedereen.’

D66

Martin Wissekerke: ‘Iedereen draagt bij, maar niet allemaal op dezelfde manier. Als er minder geld is, moet iedereen een steentje bijdragen. Maar dat betekent niet dat we zomaar overal op bezuinigen. D66 wil duidelijke keuzes maken: wat vinden we écht belangrijk in Goes? Zijn dat rotondes of is het woningbouw? Nieuwe wegen of goede zorg? Dat moeten we samen beslissen.
Daarom willen wij de inwoners van Goes hierbij betrekken via een Burgerberaad. Zo kunnen zij meepraten en meehelpen beslissen waar het geld naartoe gaat. Pas daarna maakt de gemeenteraad keuzes. D66 vindt dat mensen die meer kunnen dragen, ook wat meer mogen bijdragen. Voor ons gaat het om welzijn voor iedereen.’

PvdA - GroenLinks

Marco Eestermans: ‘De gemeente Goes moet volgend jaar bezuinigen, omdat we minder geld krijgen van de landelijke overheid. PvdA-GroenLinks vindt solidariteit belangrijk. Dat betekent dat we graag willen dat iedereen een beetje meehelpt, zodat we belangrijke dingen kunnen behouden.
We moeten zuinig zijn op onze publieke voorzieningen, zoals de bibliotheek, het zwembad en de buurt- en dorpshuizen. We willen deze voorzieningen niet kwijtraken, maar juist openhouden. Voor PvdA-GroenLinks vormen deze plekken het hart van onze samenleving. We besparen liever op dure en minder belangrijke projecten, zoals het Ronda Gosaplein. Het groen in onze gemeente mag op meer plaatsen verwilderen. Dat kost minder onderhoud én is beter voor de biodiversiteit.
En we zijn eerlijk. Als deze keuzes niet genoeg zijn, kijken we of we de belastingen een beetje moeten verhogen. Zo zorgen we er samen voor dat Goes een sociale en leefbare gemeente blijft – voor iedereen.

VVD

Stan Jasperse: ‘De eerste reactie op de stelling is: JA natuurlijk! Alleen moet je wel realistisch zijn. Het gaat niet alleen om waar je het geld vandaan haalt (wie betaalt) maar ook waar de gemeente het geld aan uitgeeft. Als je kijkt naar de forse verhogingen van de lokale belastingen de afgelopen jaren is de rek er daar wel uit. Wat ons betreft is het plafond bereikt.
We moeten bij bezuinigingen kijken naar waar we als gemeente op kunnen besparen. Wat is belangrijk voor de inwoners en wat niet? Welke keuzes zijn zinvol en waardevol en dragen positief bij aan het leven van onze inwoners? Wanneer bieden we hulp en wanneer kan iemand het zelf? Welke dingen zijn noodzakelijk en welke niet of wat kan ook op een later moment?’